Foto’s Santi Carneri
LUQUE ‘Deze heb ik er zelf ingeslagen.’ Sergio Cardozo (41) doelt op de ijzeren spijker waarmee zijn linkerhand op een houten plank zit vastgenageld. ‘De rechterkant heeft een collega gedaan’, aldus de Paraguayaanse buschauffeur. Echtgenote Rosmari stopt een rietje in Cardozo’s mond, hij drinkt gulzig van het water.
Onder een plasticzeilen overkapping op de stoep van Luque, op vijftien kilometer van de Paraguayaanse hoofdstad Asunción, liggen acht mannen en een vrouw op een rij. Hun handen zijn op houten kruizen gespijkerd, het opgedroogde bloed kleurt de planken bruinrood. In een tent ernaast verblijven vier hongerstakers die sinds een maand alleen nog water tot zich nemen. Ze protesteren tegen het plotselinge ontslag van acht buschauffeurs van transportbedrijf Vanguardia, en de ‘miserabele’ werkomstandigheden.
‘We werken zestien uur per dag, zes dagen per week’, vertelt Cardozo. Hij verdient iets meer dan zeventig euro per week. ‘Als de bus een lekke band of ander defect heeft, wordt dat van mijn salaris afgetrokken.’ Cardozo schuift ongemakkelijk heen en weer op het dunne matrasje dat zijn zware lichaam scheidt van het harde hout. ‘Ik lig hier al bijna drie weken en ik blijf voor onbepaalde tijd.’
De buschauffeur heeft het warm, dus zijn vrouw knipt het overhemd van zijn lijf. ‘Het is niet echt praktisch dit’, zegt Cardozo lachend tegen zijn zoontje Alejandro, die vanaf het voeteneind met lede ogen toekijkt. ‘Ik vind het niet leuk dat mijn vader dit doet’, aldus de elfjarige jongen. ‘Naar de wc gaan is ook een gedoe’, gaat Cardozo onverstoorbaar verder. ‘Als mijn vrouw er niet is moet iemand anders mijn broek omlaag doen en de poepbak eronder schuiven.’
Volgens de demonstranten zijn de werknemers ontslagen omdat ze lid waren geworden van de vakbond. Ze eisen dat het bedrijf de ontslagen terug draait, de werkomstandigheden van de buschauffeurs verbetert en alle werknemers pensioen en zorgverzekering geeft, zoals de wet voorschrijft. Meer dan de helft van de 115 chauffeurs zijn in staking.
Tegenover het kampement van de boze chauffeurs, zit manager Aufredi Paredes in zijn kantoor. ‘Die ontslagen waren nodig vanwege een reorganisatie’, zegt hij. ‘Ik heb aangeboden dat vijf ontslagen worden teruggedraaid maar ze vinden het niet genoeg.’ Paredes toont contracten waarin staat dat zijn werknemers het minimumloon en sociale voorzieningen krijgen. ‘Ik doe alles volgens de regels.’
‘Die contracten zijn nep’, zegt vakbondsleider Juan Vidialva (41), die niet voor Vanguardia werkt maar zich uit solidariteit toch heeft vastgespijkerd. ‘Paredes verplicht de chauffeurs om blanco papieren te tekenen die hij vervolgens naar eigen goeddunken invult’, aldus Vidialva.
Zijn vrouw Maria (36) ligt op het kruis naast hem. ‘De bazen van het busbedrijf zijn moordenaars, monsters’, schreeuwt ze met overslaande stem. De vijf kinderen van het echtpaar verblijven bij een tante. ‘Ze heeft de televisie weggehaald zodat onze kinderen niet geconfronteerd worden met hun gekruisigde ouders’, legt Maria uit.
Manager Paredes loopt over de parkeerplaats en toont de kleurrijke Mercedesbussen van lijn 30. ‘De stakers vernielen mijn bussen’, aldus Paredes, wijzend op kogelgaten in de voorruiten. ‘Het is een stelletje aandachttrekkers. Die spijkers gaan niet eens door het bot, het zijn eigenlijk een soort piercings.’ Hij rukt een jachtgeweer uit de hand van een van zijn beveiligingsmedewerkers. ‘Hiervan hebben we er vijf’, zegt hij terwijl hij de veiligheidspal naar achter schuift.
Paredes is in juli opgepakt nadat de politie zijn pick-up truck vol wapens aantrof. ‘Het was een vergissing’, zegt de manager. ‘Ik was op weg naar mijn boerderij waar ik de wapens gebruik om duiven te verjagen.’
De werkomstandigheden bij Vanguardia zijn geen uitzondering in Paraguay, het armste land van Zuid-Amerika. ‘Ook in supermarkten, op het platteland en in de horeca werken Paraguayanen als slaven, zegt Vidialva. ‘Als je klaagt, lig je eruit. De wetten zijn in principe goed maar niemand controleert ze.’ Zijn vrouw valt hem bij: ‘Politici zijn vriendjes met de werkgevers’, gilt ze. ‘Het zijn allemaal moordenaars.’