De kunst van het rondhangen

Foto’s Daniel Rosenthal.

 

RIO DE JANEIRO Zeker, het uitzicht is geweldig aan de voet van het legendarische Christusbeeld, de stad heeft een paar musea die best een bezoekje waard zijn en de danseressen in de chique samba clubs zijn zeer indrukwekkend. Maar wie de ware essentie van Rio de Janeiro wil voelen, doet er beter aan deze toeristische attracties te laten voor wat ze zijn, de reisgids in de prullenbak te gooien en de straat op te gaan.

Op straat rondhangen is in Rio tot kunst verheven en als toerist kun je je die kunst vrij makkelijk eigen maken. De Carioca’s, zoals de inwoners van de stad heten, gebruiken stranden, pleinen en  parken massaal als bar, fitnesscentrum of gewoon om even te ontspannen. In dat laatste geval gaan ze met een langgerekt en overdreven luid ‘ai ai’ in de schaduw zitten.

Er zijn maar weinig plekken waar men zo intensief gebruik gemaakt van de publieke ruimte als in Rio. Dat kan hier ook beter dan elders, want het is er altijd warm. Als de temperatuur onder de 22 graden dreigt de komen, spreekt de weerman al van een ‘naderend koufront’. Niemand kijkt raar op van mannen die met ontbloot bovenlijf over straat gaan, en plastic teenslippers worden maar op weinig plaatsen als ongepast schoeisel beschouwd. Of je nu op zoek bent naar eten, drinken, cultuur of nachtelijk vertier, je hoeft in deze stad eigenlijk nooit ergens naar binnen.
Zo is het toegestaan in het openbaar alcohol te drinken, in tegenstelling tot in de meeste andere landen. Dat doen de Carioca’s dan ook vol overgave. Iedere krantenkiosk verkoopt bier en je struikelt over de ambulante verkopers die met piepschuimen bakken vol ijs de stranden en parken afstruinen om hun ijskoude blikjes bier en frisdrank te slijten. Zij zijn een goed alternatief voor de neon verlichte barretjes op de boulevard, waar luidruchtige Amerikanen op plastic stoelen liters bier wegwerken.

Ook televisie kijken is een publieke aangelegenheid. Aan het strand van Copacabana, ter hoogte van Rua Miguel Lemos, staren enkele tientallen mensen geconcentreerd naar een groot beeldscherm. Een deel van de toeschouwers bestaat uit daklozen, maar er schuift ook een hevig zwetende man aan die volledig buiten adem op zijn hartslagmeter kijkt. De blonde vrouw op het scherm kijkt haar zoon indringend aan. ‘Ik raad je ten zeerste af een seksuele relatie aan te gaan met een vrouw die twintig jaar ouder is dan jij.’ Een oudere man slaakt een diepe zucht en grijpt in een papieren zak met popcorn, de vrouw naast hem is in slaap gevallen.
Wie geen zin heeft in strand, kan terecht op een van de vele pleinen. Zoals Largo de Machado, waar de fontein hapert, mannen kaart spelen en de bloemenkramen 24 uur per dag open zijn. Of Praça São Salvador, waar circusartiesten hun jongleer kunsten perfectioneren, bandjes hun repertoire oefenen en bejaarde dames zelfgebakken taarten delen.

In stadspark Aterro de Flamengo liggen grote metalen gewichten voor algemeen gebruik op het gras. Bezwete mannen met trillende spierballen tillen ze kreunend de lucht in, onderwijl om zich heen kijkend of ze wel genoeg indruk maken. Papegaaien vliegen rond tussen de vele fietsers, skaters en joggers, die even later met ijskoude kokosmelk zitten uit te hijgen in het gras.

Aan het einde van de middag vullen de straten zich met de zoete geur van popcorn. Voorbijgangers blijven hangen rond de krantenkiosken, kooplui zitten onderuitgezakt naast hun kraampjes.  Kantoormedewerkers komen hun gekoelde gebouwen uit en houden stil bij een van de ‘churasquinhos’. Ze doen hun stropdas af, eten een stuk geroosterd vlees en delen een fles bier. De avond moet nog beginnen, niemand heeft haast om naar huis te gaan.

 

WAARHEEN?

 

Pedra do Sal

Het is maandagavond. Honderden mensen dansen rondom een kleine plastic tafel onderaan een enorme rots. ‘Laat samba niet sterven, laat samba niet ophouden.’ Het publiek zingt zo hard mee met de muzikanten aan de tafel, dat deze zelf bijna niet meer hoorbaar zijn.

Vraag een carioca naar de beste ‘roda de samba’ van Rio de Janeiro, en de kans is groot dat hij de sambaronde van Pedra do Sal noemt. Iedere maandag en vrijdag vanaf zeven uur ‘s avonds zetten de muzikanten klassiekers in, om daar pas vijf uur later weer mee op te houden. Het publiek zingt luidkeels mee, zoals dat gebruikelijk is bij een traditionele sambaronde.

De Pedra do Sal, rots van zout, ligt in het havengebied van Rio. In de koloniale tijd kwamen hier de Europese schepen met zout het land binnen. De Afrikaanse slaven sjouwden het zout over de rots naar boven en de plek groeide uit tot een belangrijke ontmoetingsplaats voor de vele slaven die in de haven werkzaam waren. Ze maakten er muziek, zongen over hun thuisland en dansten om hun pijn te vergeten. Volgens de overlevering is hier de wereldberoemde samba carioca geboren.

Nog steeds is het een ontmoetingsplaats voor muziekliefhebbers, al is het publiek allang niet meer beperkt tot afstammelingen van de slaven. Mannen en vrouwen in alle kleuren en van alle leeftijden bewegen voeten en heupen met grote snelheid op het opzwepende ritme van de muziek.

Rondom het pleintje en op de rots doen bier en caipirinha verkopers goede zaken. De geur van gegrild vlees mengt zich met de zilte havenlucht. ‘De heuvel is gemaakt van samba’, zingt de massa. ‘Van samba zodat we samba kunnen dansen.’
Adres: Largo João da Baiana, aan het einde van Rua Argemiro Bulcão.
Hoe te bereiken?: Vanaf metro Uruguiana is het een kwartier lopen. Later op de avond is het beter een taxi te nemen.

 

Largo das neves

In de boheemse wijk Santa Teresa ligt Largo das Neves, plein van de sneeuw. In de weekenden vult dit kleine plein zich met buurtbewoners die er van een prachtige zonsondergang genieten en eindeloos met elkaar kletsen.

Terwijl in een groot deel van de stad de koloniale panden lang geleden gesloopt zijn, staat Santa Teresa nog altijd vol statige villa’s uit de Portugese tijd. In de negentiende eeuw bewoonde de elite deze hooggelegen wijk, waar de frisse wind en vele bomen een aangename verkoeling bieden. In de twintigste eeuw raakte de buurt in verval omdat de rijken zich in de nieuwe wijken aan het strand gingen vestigen.

In de jaren zestig en zeventig betrokken kunstenaars en hippies de historische panden en bliezen Santa Teresa nieuw leven in. De muren die de huizen moeten beschermen tegen inbrekers staan vol  prachtige schilderingen. En dankzij de vele ateliers, Europese restaurants en hippe barretjes wordt de wijk ook wel Montmartre Carioca genoemd.

Largo das Neves is zeker niet het bekendste of meest hippe plein van Santa Teresa. Maar misschien heeft het juist daarom zoveel charme. Lokale theaterclubjes en dansgroepen gebruiken het plein als oefenruimte en geven gratis workshops aan de aanwezigen. Uit de achterbak van een auto verkoopt een vrolijke man bier, water en cola. Zijn vrouw serveert farofa, gebakken casavemeel, met gegrild vlees of kaas. De buurtbewoners zitten etend en drinkend op de muurtjes of op zelf meegebrachte krukjes. Hun kinderen rennen uitgelaten in het rond.

De sfeer is gemoedelijk, iedereen lijkt elkaar te kennen. En wie niemand kent, wordt binnen de kortste keren betrokken in de gesprekken. Hoe later het wordt, hoe harder de lachsalvo’s over het plein schallen. Hier, op dit sympathieke pleintje met weids uitzicht, komt de kunst van het rondhangen in al zijn finesse tot uiting.

Adres: Largo das Neves
Hoe te bereiken?: Vanaf metro Gloria brengt een motortaxi je voor een paar euro over de smalle kronkelwegen naar boven.

 

Arpoador
Op de Arpoador, een rots in de zee tussen de stranden van Copacabana en Ipanema, zitten dagelijks honderden Carioca’s en toeristen. Vanaf de top heb je een fantastisch uitzicht op de stranden, de zee en de zonsondergang. Gezeten op het lagere gedeelte kun je je vergapen aan de kunsten van golfsurfers.

Arpoador betekent harpoenschieter. De naam is afkomstig uit de tijd dat walvissen hier tegen de rotsen sloegen, ofwel zichzelf harpoeneerden. In het water aan de kant van Ipanema liggen tientallen surfers geduldig te wachten op de juiste golf, die de meesten vervolgens vakkundig weten te berijden. Maar ook de minder getalenteerde surfers leveren een interessant schouwspel op. Zij moeten door de strandwachters uit het water worden gevist.

Aan de andere kant van de rots trotseren sportvissers de stroming en lacht een zwerver uitbundig terwijl hij zich wast in een poel tussen de stenen. Een jongen met een gitaar speelt beter dan hij zingt, maar wordt overstemd door het gekrijs van overvliegende vogels. Een tengere man beweegt zich behendig over de rotsen, in zijn hand een dienblad met daarop bakjes geroosterde gamba’s. Als de roodoranje zon achter de heuvels verdwijnt, klinkt een luid applaus. De Carioca’s tonen de zon hun waardering voor weer een dag bewezen diensten.

Soms zijn het strand en de boulevard rondom de rots toneel van nachtelijke feesten. Zoals de Forró van de Uitgebarsten Vulkaan. Magere muzikanten met lange dreadlocks spelen aanstekelijke melodieën en de bezoekers, uitgenodigd via Facebook, dansen dicht tegen elkaar aan op de sensuele forró. Het feest begint om middernacht en gaat door tot de zon opkomt. Als de vissers hun hengels weer uitwerpen en de eerste surfers te water gaan.

Adres: Tussen Copacabana en Ipanema, achter het park Garota de Ipanema
Hoe te bereiken?: Vanaf metro General Osório een kwartier lopen over het strand richting Copacabana.