Gifsoja uit Paraguay

Foto’s Amadeo Velázquez

 

YGUAZÚ-CURUGUATY ‘Als de wind verkeerd staat, waait het gif hier recht naar binnen.’ Boerin Tomasa de Nuñez (55) woont met haar familie in een houten hut in Yguazú, een dorp in het zuidoosten van Paraguay. Een zandweg scheidt haar anderhalve hectare land van een sojaplantage, die zich kilometers lang uitstrekt. ‘Mijn kleindochter wordt er misselijk van. Ze moet vaak overgeven.’

Eens per week besproeit de plantagehouder zijn velden met landbouwgif dat alle planten doodt, behalve de genetisch gemodificeerde soja. ‘Mijn wortels, tomaten en bosuien groeien slecht’, vertelt De Nuñez. De bladeren van haar sinaasappelboom hangen er zwartgeblakerd bij. ‘De aarde is heel vruchtbaar, maar onze gewassen zijn niet bestand tegen dat gif.’

Soja verovert in rap tempo het Paraguayaanse platteland. Met drie miljoen hectares neemt het graan 80 procent van de beschikbare landbouwgrond in beslag, tien jaar geleden was dat nog maar de helft. Bijna twee derde van de oogst belandt in de voederbakken van Europese koeien, varkens en kippen.
Maar ook de biobrandstoffenindustrie zet steeds meer in op het ‘gouden graan’, dat zeer geschikt is voor de productie van biodiesel. In Europa zal de vraag naar soja de komende jaren stijgen, want in 2020 moeten biobrandstoffen een tiende van het totaal aan benzine en diesel uitmaken. De lidstaten geven miljarden uit aan subsidies om bedrijven te stimuleren tot investeringen in de industrie.

‘De soja industrie is desastreus voor Paraguay’, zegt Oscar Rivas, milieuactivist en voormalig minister van Milieu. ‘Boeren en indianen worden van hun land verdreven en het Atlantische oerbos is bijna verdwenen’, aldus Rivas. ‘De agressieve bestrijdingsmiddelen vernietigen onze zoetwaterbronnen, de grootste rijkdom van Paraguay.’

Ook de milieucommissie van de EU ziet inmiddels in dat biobrandstoffen uit voedsel niet duurzaam zijn, en wil deze zogeheten ‘eerste generatie biobrandstoffen’ tot maximaal 55 procent van het totaal beperken. De commissie wil bovendien scherpere regels rondom directe of indirecte ontbossing als gevolg van de plantages. Morgen stemt het Europarlement over het voorstel, maar de kans is klein dat het wordt aangenomen.

‘Vooral de biodiesel sector voert een agressieve lobby’, zegt voorzitter van de milieucommissie Gerben Jan Gerbrandy (D66). ‘Dat is niet geheel onterecht want ze zien beleid veranderen waar zij nog maar kort geleden op hebben ingezet.’ Ook collega Bas Eickhout (GroenLinks) ziet het somber in. ‘De belangen van de Europese landbouwsector zijn groot.’
De Paraguayaanse plantages worden gedomineerd door de genetische gemodificeerde Roundup Ready soja, ontwikkeld en gepatenteerd door het Amerikaanse bedrijf Monsanto. Er zijn verschillende studies die aantonen dat het bijbehorende landbouwgif miskramen, huidziekten en bloedkanker veroorzaakt.

‘De soja industrie is een ernstige bedreiging voor de volksgezondheid’, zegt Jose Luis Insfran, arts en professor aan de medische faculteit van de Nationale Universiteit van Asunción. Uit onderzoek van zijn vakgroep blijkt dat het aantal gevallen van leukemie is verdrievoudigd in de afgelopen zeventien jaar. Uit onderzoek van zijn collega Stella Benítez Leite van de pediatrie faculteit bleek dat in soja regio’s in Paraguay meer kinderen met chromosoomafwijkingen worden geboren.

Andere wetenschappers ontkennen dat er een causaal verband bestaat tussen de ziektes en het gebruik van het landbouwgif. Monsanto zelf verzekert dat bij ‘correct gebruik’ geen nadelige effecten kleven aan de soja en zijn bestrijdingsmiddelen.
Maar in Paraguay houdt niemand toezicht op dit ‘correct gebruik’. Het Zuid-Amerikaanse land is een klassieke bananenrepubliek: Grootgrondbezitters bepalen de politieke agenda, wetten worden nauwelijks gecontroleerd en politici graaien ongegeneerd de staatskas leeg. Minder dan twee procent van de bevolking heeft 80 procent van de landbouwgrond in handen, bijna de helft van de bevolking leeft onder de armoedegrens.

De Paraguayanen profiteren nauwelijks van de soja industrie. De bedrijven zijn veelal in handen van Brazilianen en andere migranten en betalen geen belasting over de export, noch over landbezit. De industrie is goed voor een schamele 2 procent van de Paraguayaanse belastinginkomsten, voornamelijk afkomstig van de BTW op landbouwproducten.

De oprukkende soja zorgt bovendien voor een leegloop van het platteland en een toename van stedelijke armoede. ‘Hier wonen alleen nog maar bejaarden’, zegt Severina Guerrero (64) uit het dorpje Chacore. ‘Voor jongeren is geen toekomst meer, ze migreren naar de steden, Argentinië of Brazilië.’ Met een groot mes snijdt ze de zojuist geoogste zoete aardappels in stukken. ‘Ik heb geluk dat mijn zoon me helpt’, zegt ze. ‘De ouderen die alleen achterblijven zien zich gedwongen hun land te verhuren aan soja boeren. Over twintig jaar bestaat dit dorp niet meer.’

Ichro Fukui bezit driehonderd hectares sojavelden in Yguazú, en hoopt dat verder uit te breiden Het is volgens de zoon van Japanse migranten onvermijdelijk dat kleine boeren plaats moeten maken voor grootgrondbezitters. ‘Met twintig hectare begin je niks. Deze business is alleen winstgevend als je het groot aanpakt.’

‘Het is vernederend hoe ons land wordt leeggeroofd zonder dat het de bevolking iets oplevert’, zegt Esperanza Martinez, senator van de kleine linkse oppositie Frente Guasu. ‘De meeste politici vinden het best. Veel van hen hebben zelf grote plantages of veehouderijen.’

Fernando Lugo, de linkse oud-bisschop die in 2008 de verkiezingen won na ruim zestig jaar alleenheerschappij van de conservatieve Colorado Partij, beloofde landhervormingen en wilde de industriële landbouw aan banden leggen. Maar hij slaagde hij er niet in het tij te keren. Integendeel, zijn plannen wekten zoveel irritatie bij de oude machthebbers, dat ze hem in juni vorig jaar afzetten.
Aanleiding was een schietpartij in een nederzetting van landloze boeren in een soja plantage in Curuguaty. Daarbij kwamen zes politieagenten en elf boeren om het leven. Lugo’s politieke tegenstanders beschuldigden de boeren van banden met de gewapende guerrilla, en van de moord op de agenten. Ze verweten Lugo dat hij het bloedbad niet had voorkomen, organiseerden een politiek proces en namen de macht over.

‘Het zijn allemaal leugens’, zegt Jorge Ovelar (23), een van de overlevenden. Hij wijst op de tientallen kogelgaten in de palmbomen rondom het voormalig kampement. ‘Honderden agenten omsingelden ons kampement en begonnen te schieten. Ze doodden hun collega agenten om ons de schuld te kunnen geven, daarna hebben ze alles verbrand.’, aldus Ovelar die sinds die dag onder een plastic zeil slaapt naast de snelweg.

De paar hectares grond die de boeren bezet hadden, was aangewezen voor landhervormingen maar in handen van de familie van Blas Riquelme. De onlangs overleden oud-senator en voormalig voorzitter van de Colorado partij verwierf ruim 70 duizend hectares land, waar nu voornamelijk soja op staat. ‘Wij zijn gebruikt om het afzetten van Lugo te legitimeren en zo de toekomst van de grootgrondbezitters veilig te stellen’, aldus Ovelar.

De vorige maand aangetreden president Horacio Cartes, van de Colorado Partij, garandeert de soja boeren deze veilige toekomst. Cartes is is een gevierd zakenman en grootgrondbezitter, en niet van plan landhervormingen door te voeren. Eind vorige maand stuurde hij militairen naar Curuguaty en andere plattelandsgebieden om ‘de strijd aan te gaan met guerrillabeweging EPP en andere terroristen’.

Het verbaast Jorge Ovelar allerminst. ‘Militairen en politie dienen in dit land als privé beveiliging van de landeigenaren’, zegt de jonge boer. Hij betreurt het dat weinig van zijn landgenoten in opstand komen tegen de grootgrondbezitters. ‘Ze zijn onwetend en bang’, zegt hij terwijl hij de horden muggen van zich af probeert te slaan.

Ovelar kijkt omhoog naar de twee houten kruizen, die in de voormalige nederzetting zijn neergezet als herinnering aan het bloedbad. ‘We gaan deze grond binnenkort opnieuw kraken’, zegt hij vastberaden. Misschien vermoorden ze ons, maar we kunnen het er niet bij laten zitten.’